Wolters Koenen, 29ste druk:
poep =
1. scheet, veest, wind
2. scheldnaam voor iemand van zekere, onbeschaafd geachte groep mensen
3. vaste uitwerpselen van mens en dier (verbloemend uitgesproken als poëp)
Blaaspoepen zijn trouwens ook Duitse straatmuzikanten!!! (hihihi)
humor =
1. oog en gevoel voor vrolijk makende tegenstrijdigheden; scherts; luim
2. ernst met luim, vrolijkheid met weemoed vermengd
Hmmm.... 'k begin toch een beetje te twijfelen aan de betekenis van het woord 'poephumor'. Wie helpt mij uit de brand???
humorloos = zonder humor
Nou ja... ik ga maar weer eens wat nuttigs doen.